Waar moet een goede RI&E aan voldoen?

Compleet, actueel en een ‘levend’ plan van aanpak

Een Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) is verplicht voor iedere werkgever in Nederland. Daarmee breng je risico’s in kaart, bepaal je prioriteiten en stel je een Plan van Aanpak (PVA) op. Maar waaraan moet een RI&E nu precies voldoen om volgens de wet én in de praktijk goed bruikbaar te zijn?


1. Wettelijke basis: de verplichte risicofactoren

Een RI&E moet altijd herleidbaar zijn naar de risicofactoren die in de Arbowet en het Arbobesluit zijn vastgelegd. De inspectie kijkt hier nadrukkelijk naar. De belangrijkste risicofactoren zijn o.a.:

  • Fysieke belasting (tillen, duwen, trekken, werkhouding)

  • Beeldschermwerk

  • Biologische agentia

  • Gevaarlijke stoffen en processen

  • Geluid, trillingen, klimaat en verlichting

  • Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

  • Psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, pesten, agressie, ongewenst gedrag)

  • Ongevallen en calamiteiten (brand, explosie, BHV, noodprocedures)

  • Organisatie van het werk (werktijden, ploegendienst, contractvormen)

Een goede RI&E moet dus altijd aantoonbaar deze onderwerpen dekken. Specifieke risico’s (bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen) vragen soms om een verdiepende RI&E. Een verplichting (sinds juli 2022) is om de basisrisicofactoren, oftewel de achterliggende oorzaken, te benoemen en te verhelpen met een plan van aanpak. Basisrisicofactoren (BRF’s) zijn vaak structureel aanwezig en vinden hun oorsprong meestal in een gebrekkige organisatie.

Daarnaast moet de preventiemedewerker én (een deel van) het personeel erbij betrokken worden. Elk bedrijf in Nederland moet minimaal één preventiemedewerker aanstellen uit de eigen gelederen. Alleen bij uitzondering mag er iemand van buiten de organisatie deze rol vervullen. Heeft een onderneming niet meer dan 25 medewerkers, dan mag de directeur/eigenaar dit zijn. Maar iemand van de werkvloer geniet de voorkeur. Hij of zijn kent de werkprocessen en risico’s beter en is wellicht makkelijker benaderbaar dan iemand hoog in de organisatie. Het is natuurlijk belangrijk dat een preventiemedewerker over voldoende kennis en deskundigheid beschikt. Zomaar iemand aanwijzen is niet echt verstandig, tenzij die persoon cursussen over preventie gaat volgen.

Tot slot is het belangrijk om voldoende medewerkers bij de RI&E te betrekken. Dit verhoogt de betrouwbaarheid, vergroot het draagvlak en zorgt voor een betere bewustwording. Als vuistregel wordt ongeveer 15% van het personeel genoemd. Medewerkers kan je erbij betrekken door middel van enquêtes/vragenlijsten, interviews of het gewoon laten meedenken over de veiligheid van hun werkzaamheden.


2. Risicoanalyse: van inventarisatie naar prioriteit

Een risico kan je uitdrukken in Kans x Effect. Hoe groot is de kans en wat is het effect? In de risicoanalyse wordt de kans opgedeeld in waarschijnlijkheid (W) en blootstelling (B). De waarschijnlijkheid varieert van bijna nooit/onwaarschijnlijk tot zeer goed mogelijk/komt vaker voor. Blootstelling kent min of meer eenzelfde schaal, van extreem kort of zelden tot (zeer) lang of frequent. Een veelgebruikte methode is Fine & Kinney (ook wel Kinney & Wiruth):

Risicoscore R = W × B × E

  • W (Waarschijnlijkheid / Probability)

  • B (Blootstelling / Exposure)

  • E (Effect / Severity)

Deze onderdelen hebben hun eigen schaal, W en B grofweg tussen de 0,5 en 10 en E tussen de 1 en 100. Door deze getallen met elkaar te vermenigvuldigen komt er een risico classificatie uit variërend van laag/mogelijk/belangrijk/hoog tot zeer hoog. Zo kun je risico’s objectief rangschikken van laag tot onacceptabel en bepalen welke maatregelen prioriteit hebben.

Risicoscore (R)RisicoklasseActie
0 – 201Risico aanvaardbaarGeen actie noodzakelijk
21 – 702Mogelijk risicoAandacht vereist, maatregelen vereist op langere termijn
71 – 2003Belangrijk risicoMaatregelen vereist op korte termijn
201 – 4004Hoog risicoDirect maatregelen vereist
400 – >5Zeer hoog risicoWerkzaamheden stoppen en eerst maatregelen nemen.

3. Plan van Aanpak (PVA): een levend systeem

Elke RI&E moet een Plan van Aanpak bevatten. Dit is geen statisch document, maar een operationeel, levend systeem waarin staat:

  • Welke maatregel genomen wordt

  • Wie verantwoordelijk is

  • Wanneer de actie uitgevoerd moet zijn

  • Hoe de voortgang en effectiviteit gecontroleerd wordt

Met software zoals die van Cross Approach beheer je dit eenvoudig: taken toewijzen, budgettering, deadlines bewaken en voortgang monitoren. Zo houd je grip en blijft je PVA echt actueel.


4. Actueel houden is verplicht

Een RI&E is nooit “af”. Je moet hem altijd bijwerken bij:

  • Veranderingen in werkprocessen of organisatie

  • Nieuwe machines of stoffen

  • Veranderingen in wetgeving

Een verouderde RI&E kan leiden tot aansprakelijkheid bij ongevallen en boetes van de Arbeidsinspectie.


5. Tips & aanbevelingen

  • Gebruik een erkend branche-instrument → scheelt tijd en kan toetsingsvrijstelling geven (onder de 25 werknemers).

  • Betrek je medewerkers → zij signaleren risico’s uit de praktijk.

  • Werk structureel: inventarisatie → analyse → plan van aanpak → uitvoering → toetsing → update.

  • Koppel alles aan de basisrisicofactoren → zo voldoe je aantoonbaar aan de wet.

  • Digitaliseer je PVA → met de Cross Approach-software houd je overzicht en borg je opvolging.


6. Conclusie

Een goede RI&E is compleet, actueel en terug te leiden naar de wettelijke (basis)risicofactoren. Met een levend PVA – waarin verantwoordelijkheden, taken en controles helder zijn vastgelegd – creëer je niet alleen compliance, maar vooral een veilige en gezonde werkomgeving.

Tip: wil je zeker weten dat je RI&E voldoet aan alle eisen en goed beheerd wordt? Overweeg RI&E-software zoals die van Cross Approach, waarmee je eenvoudig een goede RI&E kan maken en daarbij de risico’s en acties borgt. En natuurlijk kan Synanta je helpen met het opstellen en bijhouden van een goede RI&E. Neem gerust vrijblijvend contact met ons op om de mogelijkheden te verkennen.

Dit SYNANTA artikel delen: