Regel: Elke organisatie is verplicht om een actuele RI&E te hebben, die getoetst is door een daartoe bevoegde personen.
Uitzondering: Organisaties met minder dan 25 medewerkers, die gebruik hebben gemaakt van een
goedgekeurd branche RI&E instrument
Voor een organisatie (faciliteren van de RI&E)
Voor de preventiemedewerker (starten en in stand houden van de RI&E)
Voor de preventiemedewerker en (interne) arboadviseurs (tot stand komen van de RI&E)
Voor de Arbokerndeskundige (Toetsing van RI&E)
Dit kan eenvoudig door de Risico Impact Matrix na te lopen en de wijzigingen daarop aan te brengen. Het onderhoud (actueel houden) van de RI&E wordt daarmee een stuk eenvoudiger
Een ander effect zal zijn dat een Arbokerndeskundige voor een betreffende scope toets alleen die informatie krijgt die voor de toetsing noodzakelijk is (en dus geen zicht meer heeft op de totale RI&E).
Dat laatste is ook niet erg, omdat de Arbokerndeskundige over de andere scopes géén bevoegdheid meer heeft.
Voor de toetsing van de RI&E kan de organisatie zelf bepalen welke Arbokerndeskundige “in the lead” is.
Veel MKB bedrijven hadden in het verleden een externe boekhouder. Deze kreeg alle dagelijkse bonnetjes (inkoop en verkoop) en maakte daar periodiek en overzicht van gaf op basis van de financiële resultaten advies aan de ondernemer.
De meeste MKB bedrijven doen de financiële boekhouding zelf, en schakelen pas een accountant is als alle financiële mutaties verwerkt zijn. Iedereen vindt het onzin om een incomplete boekhouding te laten toetsen.
Het RI&E proces
De RI&E wordt vaak gezien als een éénmalige activiteit, de
De nieuwe toetsingsregeling voor Arbokerndeskundige die 1 juli 2022 is ingegaan. vergt een compleet andere aanpak van de RI&E, zowel door de organisatie zelf als door Arbokerndeskundigen.
De verantwoordelijkheid voor een compleet en actueel overzicht van arbeidsrisico’s komt nu primair te liggen bij de organisatie zelf (met een leidende (wettelijke) rol voor de preventiemedewerker).
De Arbokerndeskundigen dienen:
à Bovenstaande eisen maken het mijns inziens onmogelijk om als Arbokerndeskundige zelf actief deel te nemen aan het RI&E proces. Dit zou overeenkomen met het “keuren van eigen vlees”.
à Afhankelijk van de risico’s zijn meerdere verschillende Arbokerndeskundigen betrokken.
à Arbokerndeskundige moeten vastleggen op welke feiten hun bevindingen zijn gebaseerd.
Het afvinken van een vragenlijst of mondelinge toezeggingen, is nu niet meer voldoende.
(Nieuw is dat de Nederlandse Arbeidsinspectie dit bij een controle ook zal controleren!)
Essentie van al deze veranderingen is dat de ondernemer het gehele RI&E proces in eigen beheer dient te doorlopen en logischerwijze pas na interne afronding over kan gaan tot externe toetsing.
Het RI&E proces wordt mijns inziens door de overheid gelijkgesteld aan de wettelijke verplichting om een deugdelijke financiële boekhouding te voeren.
De parallellen zijn voor mij erg duidelijk:
In de nieuwe regeling wordt het “AO-deel” (Arbo organisatie) getoetst middels een systeemtoets en wordt het “RC-deel (Risico controle) getoetst door meerdere scopetoetsen.
Om dit succesvol te realiseren moet aan vijf eisen worden voldaan:
Door een duidelijk onderscheid te maken in AO/RC (Systeemtoets en scopetoetsen) kan het gehele RI&E proces worden uitgevoerd zonder gebruik te maken van vragenlijsten.
De systeemtoets gaat over Arbovoorwaarden. Om dit goed in te kunnen vullen is een Arbomanagementsysteem een vereiste. Echter, veel organisaties zullen niet de kennis en capaciteit hebben om dit in eigen beheer te kunnen realiseren.
Met RIEvision is een Arbomanagementsysteem binnen 60 minuten operationeel
Via een online sessie met de RIEvision kennisbank geeft een organisatie aan wat de lokale (Arbo) omstandigheden zijn, waarna de kennisbank dit “vertaald” naar relevante Arbotaken.
Als deze Arbotaken zijn toegewezen aan de verantwoordelijke personen is het Arbomanagementsysteem operationeel.
à Mochten er zich organisatorische wijzigingen voordoen, dan kan de organisatie eenvoudig de sessie herhalen en eerder gemaakte keuzes en/of taaktoewijzingen aanpassen.
à Mochten er wettelijke eisen veranderen of als er sprake is van voortschrijdend inzicht, dan worden deze in de centrale kennisbank aangepast, waarna alle aangesloten gebruikers op de hoogte worden gesteld. Deze kunnen daarna bepalen of, en wanneer, ze deze nieuwe informatie willen gaan gebruiken.
Zoals aangegeven dient elke organisatie niet alleen te beschikken over een volledig overzicht van alle arbeidsrisico’s, maar ook aan te geven dat deze risico’s middels risico beperkende maatregelen tot een aanvaardbaar niveau zijn teruggebracht. Dit proces dient inhoudelijk door een kerndeskundige te worden getoetst waarbij ook de betrokkenheid van de medewerkers moet worden meegenomen.
Om te komen tot een “overzichtelijke en complete” risico inventarisatie beschikt RIEvision over een Risico Impact Matrix, waarmee betrokken medewerkers zelf per processtap kunnen aangegeven welke arbeidsrisico’s zich mogelijk zouden kunnen voordoen. De uitkomsten van de Risico Impact Matrix en de bestaande risico beperkende maatregelen worden daarna beoordeeld door de preventiemedewerker. Eventueel worden bestaande risico beperkende maatregelen aangescherpt of worden aanvullende risico beperkende maatregelen genomen.
Alle stappen worden stap voor stap gelogd en zijn beschikbaar voor beoordeling door de Arbokerndeskundige, middels een Excel-sheet.
à Maatregelen kunnen direct worden omgezet in actiepunten, indien daar aanleiding toe is.
à Aanwijzingen van Arbokerndeskundige kunnen eenvoudig aan de RI&E worden toegevoegd, ook deze worden gelogd.
à Het RI&E onderhoud vindt plaats per proces, met de eerder gemaakte Risico Impact Matrix als basis.
à Omdat de Risico Impact Matrix per proces wordt gemaakt, wordt de RI&E veel eenvoudiger. Indien binnen een organisatie een bepaald proces op meerdere plaatsen voorkomt, is slechts één Risico Impact Matrix noodzakelijk.
à De Risico Impact Matrix kan ook als instructie worden gebruikt bij nieuw personeel.
Onze voorkeur gaat uit naar een strategische samenwerking, waarvan we de vorm nog verder moeten bepalen.
Vooralsnog zou de focus op RIEvision moeten liggen (een geïntegreerde combinatie van Arbomanagement en risico beheer), maar ook andere toepassingen zijn mogelijk.
1. RIEvision is volledig operationeel en beschikt over een (in eigen beheer) gemaakte Arbokennisbank.
Door onze algemene Arbokennisbank te “upgraden” met specifieke informatie zijn diverse nieuwe licentie vormen mogelijk, denk aan:
(Dymara® = Dynamische Multi Aspecten Risico Analyse).
Door de aanwezige bedrijfsprocessen stap voor stap (kort) te beschrijven en daarna af te zetten tegen een bepaalde norm/wet/of company guide line, kunnen eenvoudig alle risico’s in kaart worden gebracht en daarna op relevantie worden beoordeeld.
Per risicosoort kunnen aparte risico indelingen worden gebruikt (Letsel, cyber, financieel, milieu etc.)
(*) Hiermee kunnen we producten leveren die passen binnen RIE.NL en die ook geschikt zijn voor organisaties > 25 medewerkers en/of bedrijven die tevens aan andere normen/eisen moeten voldoen (VCA).
Wel heeft het onze voorkeur om daarbij ook aanvullende diensten te leveren zoals:
Hiervoor zouden we andere organisaties/consultants kunnen aantrekken die (na betaling van een commissie) deze werkzaamheden mogen uitvoeren.
Tot slot:
We beschikken nu al over meerdere producten (Noodplannen en ontruimingsplannen, WBTR, VCA, Cyber), die eventueel na (SDU) redactionele goedkeuring ook leverbaar zijn.
Vooralsnog zie ik voor ons samen het inzetten van RIEvision als het meest kansrijk: Huidige software leveranciers zijn (nog) net in staat om aan alle eisen van de nieuwe erkenningsregeling te voldoen.
à Eén of meerdere pilots op korte termijn zouden onze kansen een goede “boost” kunnen geven (zeker als we ook de beroepsgroepen AH, A&O en HVK kunnen betrekken).